Cuijk

Thomassen in Cuijk

 

De ‘regio Cuijk’ ligt zuidwestelijk van Nijmegen en kent ook de plaatsen Beers, Overasselt, St. Agatha, St. Hubert, Haps en Mill. Uit Cuijk en omgeving komen veel personen die ‘invloed’ hebben op de familie Thomassen.

(Voorouders Bert Thomassen.pdf geeft een lijn vanaf de oudst bekende voorvader via alle nakomende vaders tot en met Bert Thomassen.)

 

De oudste (gevonden) in de lijn is Matheus Rudolphus Roeffen, geboren in Overasselt vóór 1700, gehuwd met Petronilla Gerardus Peeters Anselmius.

Een van hun kinderen heet Thomas Roffen; hij is geboren in Overasselt en in 1714 in Cuijk overleden. Deze man is twee keer getrouwd en uit het tweede huwelijk (met Maria Thijssen) wordt op 05-01-1697 Joannes Roffen geboren. Om een of andere reden is aan zijn naam gekoppeld ‘Thomassen (van de Brunckom)’ welke toevoeging duidt op een grote boerderij.
Joannes krijgt met Joanna Ebben (Egberts) Egberti twee kinderen waarvan zoon Thomas Thomae Jans (Keijzers) (IV.1 Thomassen) op 05-11-1728 in Beers is geboren.
Deze Thomas krijgt met Hendrina Wilbers in ieder geval één kind, namelijk Johannes Thomassen (IV.1), waarvan gevonden is dat hij in Heeswijk is geboren in 1757. Ook Johannes trouwt (met Maria Aben) en wordt vader van negen kinderen, waarvan zoon Johannes (VI.3) wordt geboren op 21-01-1804 in Cuijk.
Deze Johannes op zijn beurt trouwt met Johanna van Breij (1810 – 1876). Hij staat met twee beroepen in de boeken: ‘gemeente-ontvanger’ en ‘winkelier/koopman’. (Johanna staat in het bevolkingsregister als winkelierster vermeld.) Het echtpaar krijgt acht kinderen waarvan een mijn overgrootvader Albertus zal worden. Hun zoon Antonius Marinus (1848-1913) is van beroep broodbakker.

 

Uit notaris-, schepen- en andere akten komen enkele feiten naar voren:
• een van de voorvaders schijnt veerman te zijn geweest in Cuijk, misschien waren meerdere voorvaders dat;

• een document waarin ene Jan Thomassen in 1855 een herberg in Cuijk heeft;

• Hendrik Thomassen is landbouwer en (in 1844) gehuwd met Helena van den Bungelaar;

• Maria Thijssen is weduwe van Johannes Thomassen en landbouwster (1838);

• Jan en Gerrit Thomassen komen voor als schepen van Cuijk, resp. in 1697 en 1771;

• Henri (Hendrikus Matthias) Thomassen (*14/12/1851) heeft op 24 december 1873 een "bedienende beambte een slag toegebracht en beledigd" en zit daarvoor acht dagen in 'eenzame opsluiting'  aldus de 'rechtbank 's-Bosch';

• in een verkoopakte van vastgoed uit 1889 is Antoon Marinus Thomassen de verkoper en duikt ene Lambertus Thomassen op, wonende te Oldenzaal. Dezelfde Antoon Marinus koopt in 1892 voor 3100,- gulden een huis, bakkerij, bergplaats, tuin en bouwland ‘onder Cuijk’;

• ene Wilhelmus Thomassen is boomkweker;
• Gerrit Thomassen en Catharina Theunissen el. (echtelieden?) krijgen een bouwhof, genaamd de Boutshoff, bestaande uit huis, schuur, bakhuis, varkenskot, moeshof. Verder krijgen zij een brouwhuis met brouwkeet, etc. met 9 mergen bouwland, genaamd de Duijvencamp te Heeswijk;
• verslag van de ambtman: “dat Catrien, de vrouw van Gerrit Thomassen, ervan verdacht wordt dat ze verschillende keeren in de winkel van schepen van Woelderen gestolen heeft”.