In april 1899 verhuist Albertus Hendrikus Thomassen met zijn gezin van Oldenzaal naar Roermond. Waarom? Hij was postbeambte. Wellicht kon men bij de Posterijen solliciteren om elders te gaan werken.
Zijn zoon Remigius (geboren in 1882) verhuisde in oktober 1899 van Hengelo naar Roermond. Hij was toen amper 17 jaar. Waarschijnlijk is hij bakkersknecht geweest in Hengelo en de familie gevolgd naar Limburg.
Werkte zoonlief bij een bakkerij in Beesel? In 1904 was Leonard Reijnders bakker in Beesel/Reuver én getuige bij de geboorte-aangifte van Leonardus Lambertus Hubertus Teunissen. Heeft Remigius via die weg de familie Teunissen en zijn aanstaande echtgenote Maria leren kennen? Hij trouwde met haar op 12 mei 1905 en werd twee maanden later ingeschreven op de Roerkade in Roermond.

Was er een achterliggend plan om allemaal naar Limburg te komen? Hoe zat het met die Eerste Roermondse IJsfabriek? Wie stichtte de 'Electrische koekfabriek' en de groothandel in suikerwerken? Was dat allemaal het werk van Remigius of werd hij daarbij geholpen door zijn vader en andere familieleden? Remigius verplaatste in ieder geval in 1918 de brood-en banketbakkerij naar de Bergstraat. De groothandel in suikerwerken was of werd toen gevestigd in de Luifelstraat. 

Van de twaalf kinderen van Remigius en Maria gingen er heel wat het bakkersvak in. Als bakker of als vrouw van een bakker!
Oudste zoon Cor specialiseerde zich tot banketbakker en vestigde zich op de Hamstraat waar zijn chocolaterie en ijssalon befaamd werden.

Zoon Jan werd bakker op de Hendriklaan in ‘het Roermondse Veld’.

Mijn vader Harrie nam de zaak op de Bergstraat over van zijn vader na diens overlijden in 1937. Dat deed hij na het trouwen met zijn vrouw Annie met de slogan: “Ook dit lekkers is van THOMASSEN-DECKERS”.

Dochter Fien trouwde met Wiel Luypaers; ze begonnen in 1952 een bakkerij op de Markt in Sittard.

Dochter Lucie trouwde met Louis Thijssen, zij runden een banketbakkerij in de H. Geeststraat in Roermond.
Zoon Rum nam na WOII de suikerwarengroothandel over en dreef die met zijn vrouw Mia Gerris uiteindelijk weer in het pand in de Luifelstraat, dat door een bombardement vrijwel helemaal was beschadigd maar daarna ook weer opgebouwd.